Nieuws
Bestaat er een recht op stroom?
Floris Pels Rijcken, van Poelmann van den Broek, geeft antwoord
Volgens Floris Pels Rijcken van Poelmann van den Broek is het antwoord duidelijk, maar met een belangrijke nuance: “Het antwoord is: ja, je hebt recht op stroom, tenzij. In de wet staat dat de netbeheerder verplicht is een aansluiting en transportcapaciteit te realiseren, tenzij het net dat niet aankan. Netcongestie is de enige weigeringsgrond voor transportcapaciteit.”
Daar zit volgens hem meteen een probleem. “Wanneer is er sprake van congestie? Dat bepaalt de netbeheerder zelf. Zij beschikken over de informatie en die is niet openbaar. Tegelijkertijd rust ook de bewijslast op de netbeheerder, zij moeten onderbouwen dat er geen ruimte is. In de praktijk maken netbeheerders zich er in onze ogen te makkelijk vanaf.”
Juridische procedures: haast versus bewijs
De gevolgen zijn groot, vertelt Floris’ collega Juuk Hulshof. “Stel, je ontwikkelt een woonwijk of bedrijfshal. Het project is nagenoeg gereed en dan claimt de netbeheerder congestie. Je hebt op korte termijn stroom nodig, maar je kunt niet twee jaar procederen en kiest derhalve voor een kort geding. Netbeheerders leveren in zo’n situatie niet zelden pas vlak voor de zitting een rapport aan dat vervolgens niet in 24 uur te toetsen is. Zo krijgt de netbeheerder vaak het voordeel van de twijfel.”
Volgens Hulshof is dat een zorgelijke ontwikkeling: “Deze spoedprocedures doven langzaam uit, omdat bedrijven weinig kans maken. Terwijl de nood vaak hoog is, want zonder stroom kun je niet leveren, niet bouwen, niet wonen.”
Niet alleen grootverbruikers
Hoewel vaak wordt gedacht dat congestie vooral grootverbruikers treft, is dat volgens Pels Rijcken een misverstand. “Ook woningbouwprojecten lopen vast omdat de aansluiting ontbreekt. We zien steeds vaker dat een project bijna is opgeleverd, maar de stroomvoorziening uitblijft. Tegelijkertijd geldt er prioritering: woningbouw krijgt in principe voorrang. Toch gebeurt het regelmatig dat ook daar vertraging ontstaat. Als de netcapaciteit er niet is, heb je ook niets aan voorrang.”
Er wordt wel hard gewerkt aan regels die de capaciteit moeten vergroten. “Er geldt tegenwoordig een use it or lose it-regeling. Als je je gecontracteerde transportcapaciteit niet benut, kan de netbeheerder een deel terughalen. Dat klinkt mooi, maar niet-gebruikte transportcapaciteit terughalen leidt maar beperkt tot extra ruimte op het net. Netcongestie wordt vooral veroorzaakt door daadwerkelijk verbruik en niet door onbenut maar wel gecontracteerd vermogen.”
Creatiever omgaan met capaciteit
De problematiek dwingt bedrijven en ontwikkelaars om creatiever met energie om te gaan. Hulshof: “Vroeger keek een ontwikkelaar vooral naar het bestemmingsplan en het kadaster. Nu kun je niet om de congestiekaart heen. Daar vind je ook informatie over de geplande bouw van onderstations.
Toch staan er projecten stil en blijven panden leeg, simpelweg omdat de aansluiting ontbreekt.” Tegelijkertijd ziet hij positieve bewegingen. “We zien met regelmaat samenwerkingen op bedrijventerreinen ontstaan, bijvoorbeeld om stroom te delen.”
Een bijzondere rol voor de netbeheerder
Een ander bijzonder punt betreft de positie van de netbeheerder. Pels Rijcken: “Netbeheerders zijn private partijen met een winstoogmerk, maar tegelijkertijd monopolisten. Er valt als afnemer dus niets te kiezen. Wanneer je te horen krijgt dat je pas over 130 weken een aansluiting krijgt, sta je als bedrijf met lege handen. Wij zien het als onze taak om via de rechter de excessen te ondervangen.
Van procederen naar adviseren
De wetgeving verandert voortdurend en dat is volgens Hulshof niet altijd in het voordeel van de afnemer. “De aansluittermijnen zijn inmiddels officieel verlengd. Dat betekent dat bedrijven nog langer moeten wachten. Daarom richt Poelmann van den Broek zich niet alleen op procedures, maar ook steeds meer op advies. Bijvoorbeeld over hoe je contractueel borgt dat een project kan worden ontbonden als er geen stroom komt of hoe je afspraken maakt over alternatieve oplossingen zoals smart energy hubs.”
Ook aannemers en ontwikkelaars kunnen daar baat bij hebben, vult Pels Rijcken aan. “Als aannemer committeer je je aan oplevering. Dan is het cruciaal om afspraken te maken dat jij niet aansprakelijk bent als de netbeheerder geen aansluiting levert. Dat kan veel ellende voorkomen.”
Open einde
Hoe het vraagstuk zich de komende jaren ontwikkelt, is nog onduidelijk. Hulshof besluit: “Twintig jaar geleden is al voorspeld dat dit zou gebeuren. Toch heeft iedereen stilgezeten. Nu zitten we met de gevolgen. Waar dit eindigt? Niemand die het weet. Maar één ding is duidelijk: het recht op stroom blijft voorlopig een actueel én juridisch spannend thema.”

